Du holde Kunst - over de liedkunst

 

Du holde Kunst - over de liedkunst

Bewerking van een detail van het manuscript van 'An die Musik' met de woorden 'Du holde Kunst' in het handschrift van Schubert

Maximilian Schmitt, tenor, Gerold Huber, piano gehoord: 20 juni 2013, Schubertiade Schwarzenberg

Een debuut bij de Schubertiade is altijd wat bijzonders. Wanneer het om ene jonge tenor gaat die de Die schöne Müllerin zingt, is het publiek bijzonder nieuwsgierig – en de debutant bijzonder nerveus. Schmitt was in dat opzicht geen uitzondering. In vele andere opzichten weer wel.


Tenoren zijn schaars en tenoren met een stem die zeer geschikt is voor liederen helemaal. De biologie zorgt ervoor dat de Gaussverdeling van de mannelijke stemmen heel veel baritons laat zien en maar weinige tenoren en bassen. Daar komt nog bij dat een tenor voor de liedkunst niet alleen vrij hoog moet kunnen zingen maar ook een verhaal op een vrij natuurlijke manier moet kunnen vertellen. Daarvoor is een stem noodzakelijk die qua klank blijft herinneren aan de spreekstem – maar dan mooier.

Tegenwoordig worden zangers eerder internationaal geschoold, maar toch zijn er nog steeds Italiaans, Engels en Duits klinkende tenoren – niet noodzakelijkerwijs afkomstig uit of geschoold in die landen. Bij de Italiaanse tenor is de scholing erop gericht de hoge tonen zo briljant en krachtig mogelijk te maken. Zeer goed geschikt voor Verdi, maar minder voor Schubert. Bij Engelse tenoren gaat het er eerder om in oratoria coloraturen gemakkelijk en licht te zingen en daar kennen ze ook een lange counter-tenor-traditie. De klank van de stem wordt daar wat meer in de richting van het falset gestuurd, wat ten koste van de natuurlijkheid van de klank gaat. De klassieke Duitse tenor is zo geschoold, dat het onderste register net zo natuurlijk klinkt als het middenregister of het hoogste. Fritz Wunderlich is wel het beste voorbeeld. Om kort te gaan: Maximilian Schmitt is zo’n tenor. Hij is Wunderlich niet, maar hij komt veel dichter in de buurt van dit ideaal dan de meeste tegenwoordige tenoren.

Schmitt begon de Müllerin en dus Das Wandern energiek en met een zeer aangename stem. Je kon zien dat hij nerveus was, maar te horen was dat aanvankelijk niet. Het tweede das Wandern (resp. das Wasser, die Räder etc.) aan het einde van de strofen zong hij mooi zacht. Verder klonk dit eerste tamelijke lied tamelijk gewoon: de eerste vier strofen waren bijna gelijk, Die Steine (de molenstenen) bijvoorbeeld waren niet zwaar (bij Huber overigens wel) en de herhalingen aan het begin van de strofen waren vrijwel identiek. De laatste strofe echter was veel zachter en iets langzamer en daardoor sloot hij het eerste lied toch nog spannend af.

Wohin
sloot daarbij aan en was qua klank aanvankelijk erg mooi. De reprise echter‚ es singen wohl die Nixen‘, had wat spannender mogen zijn en daarna zong Schmitt ondanks het in de partituur staande pp tamelijk hard. Hier werd waarschijnlijk ook de nervositeit van Schmitt duidelijk, enkele noten bovenin de passagio zong hij harder dan nodig bijvoorbeeld. Ondanks dat was het vocaal erg mooi en in het minimaal  mf zingen van het pp staat Schmitt zeker niet alleen.
Voor het derde lied, Halt!, koos het duo een snel tempo. Huber maakte indruk door zijn snelle maar niettemin zeer gedetailleerde en lichtvoetige spel, maar ook Schmitt kon er zeer goed mee uit de voeten. Als snelle inleiding op het interessantere Danksagung an den Bach was het zeer geslaagd. Dat lied zong Schmitt heel goed, ook al was soms te horen dat hij nerveus was. Langzamerhand begon Schmitt ook steeds meer vertellend te zingen. Voor Am Feierabend kozen Schmitt en Huber weer een zeer snel tempo. Op zijn laatst bij Der Neugierige werd duidelijk dat dit een bijzondere Müllerin zou worden. Schmitt was nog steeds nerveus (en zou dat tot aan het einde van het concert blijven) maar zijn grote verdienste was, dat hij niet voor de veiligheid maar  voor de expressiviteit koos en risico’s nam. Daardoor vielen die kleine foutjes ook minder op en kwam de nadruk meer te liggen op de expressie, die uiteraard veel belangrijker is.

Mooi debuut en nog mooiere verwachtingen

(Deutsche Version hier)

Maximilian Schmitt, foto: Christian Kargl

Ungeduld is een paradestuk voor tenoren vanwege de vele a’s. Hier werd ook de vocale perfectie van Schmitt het duidelijkst zichtbaar: in de klank van woorden die eerst in het middenregister en dan in het hoge register gezongen werden, was geen verschil te horen en dat is zeldzaam. (Schmitt vertelde me na het concert ook dat hij daar ook eindeloos met zijn Berlijnse lerares aan gewerkt had.)
Morgengruß had de zo belangrijke zachte f’s aan het einde en was qua klank erg mooi, hoewel wat meer verschil tussen de strofen de expressie nog versterkt zou hebben. ‚Wenn alles schweigt‘ was erg zacht en ook verder waren vele momenten waarop Schmitt zijn zacht hoge tonen gericht kon inzetten om de steeds romantischer, gevoeliger en zwakker wordende molenaarsgezel uit te beelden. Het einde van Tränenregen, waar die molenaarsdochter hem met zijn tranen aan de oever van de beek alleen laat, was ook erg geslaagd: duidelijk hoorbaar was dat zijn sentimentaliteit een beetje te veel werd voor de molenaarsdochter, maar ook dat ze dat jammer vond.
Eigenlijk gaat het vanaf hier mis. Niet met Schmitt en Huber, maar wel met de jonge molenaarsleerling. De molenaarsdochter heeft zich van hem afgewend en de jongeling verdraagt die krenking niet. Hij gaat zijn einde tegemoet, al is hem dat nog niet bewust.
In Mein! overschreeuwt de molenaarsleerling zijn twijfels.Vocaal doet Schmitt dat weer heel erg goed. In de derde strofe zingt hij iets nerveuzer maar niet harder dan in de ander strofen, wat overeenkomt met de dynamische tekens in de (piano-)noten. Pause is ook punt van stilstand in de gevoelsontwikkeling van de jongen: we balanceren hier eventjes tussen de meeslepende verliefdheid van het begin en het ongeluk van het eind van de cyclus. Zowel vocaal als qua stemming was dit lied weer heel erg goed. Vooral het tweede ‚das kein Klang auf Erden‘ was erg indrukwekkend.
Het dertiende lied is niet voor niets het dertiende: hier verschijnt het noodlot op het toneel, in de gedaante van de jager. De molenaar herkent de gevoelens van de molenaarsdochter aan haar voorliefde voor groen en wordt daar boos over. Mij was niet duidelijk waarom Schmitt de tweede strofe zo neutraal zong, ik had daar liever wat meer ironie gezien. Der Jäger zingt Schmitt niet overdreven snel. Toevallig had ik de middag voorafgaand aan het concert een gesprek met Robert Holl (interview volgt) en deze was van mening dat het lied vaak te snel gezongen wordt en in achtsten geteld, in plaats van in tweeën. Schmitt zong het dus niet te snel, maar had misschien meer in tweeën kunnen tellen. Het had wat meer uitdrukking kunnen hebben. Eifersucht und Stolz was weer zeer geslaagd, net zoals het daaropvolgende Die liebe Farbe, waarin hij de derde strofe veel zachter zong, wat erg mooi was en goed bij de tekst paste. Ook het tamelijk maar niet overdreven langzame tempo beviel me. Die böse Farbe was goed, ook al had de innerlijke tweestrijd wat duidelijker weergegeven kunnen worden.
In de laatste drie liederen voltrekt het drama zich. In Trockne Blumen weet de jongen al dat hij afscheid van het leven zal nemen en Schmitt geeft dat gevoel zeer goed weer. In der Müller und der Bach lukt het hem in de eerste strofe heel goed de steeds zwakker wordende stem van de jongen weer te geven, net als in de tweede strofe met de stem van de beek. Het was mij niet duidelijk waarom hij dat in de zo belangrijke derde strofe niet deed. Het laatste lied tenslotte, Des Baches Wiegenlied, zong Schmitt niet alleen erg mooi maar vooral zeer meeslepend. Het laatste woord, ‚weit‘ was één van de mooiste klanken van  Schmitt en raakte het publiek zichtbaar.
Pas na enige tijd begon het applaus, dat daarna echter heel lang duurde. Het publiek ging zelfs staan, wat voor de Schubertiade ongebruikelijk is (en buiten Nederland sowieso). Schmitt bedankte daarvoor met Wanderers Nachtlied II.
De reactie van het publiek was opvallend, omdat Schmitt technisch – waarschijnlijk vanwege zijn nervositeit – zeker niet feilloos gezongen had. Klaarblijkelijk – en mijns inziens terecht – vond het publiek dat minder belangrijk dan de schoonheid en natuurlijkheid van Schmitts stem en zijn persoonlijke en doorleefde interpretatie. Dat laatste was Schmitt ook aan te zien: hij beleefde wat hij zong.  
Het was een bijzonder debuut. Heel mooi bij een dergelijk debuut is, dat je ervan uit kunt gaan, dat hij bij een volgende Schubertaide nog beter zal zingen. Een mooi debuut dus, maar nog mooiere verwachtingen.

(Dré de Man)



Agenda: ga naar startpagina

Gebruikt u Google Chrome? Vink dan in instellingen (eerst klikken op drie streepjes helemaal rechts) netwerkacties voorspellen om de laadprestaties van pagina's te verbeteren uit, anders ziet u oude pagina's, niet alleen op deze site trouwens :(

Terug naar de actuele beginpagina

Over deze site

Schubertiade 2013

Prégardien/Gees met balladen

Kelly God: freudsam und leidsam

Angelika Kirchschlager subtiel en
temperamentvol

Hoog niveau bij International Student LiedDuo Competition

Vijftig tinten goud:
Händel-aria's door Kirchschlager

Poëzie of toneel

Authentieke Frauenliebe und -leben

Vitt land revisited

Hugo Wolf en de Vrienden van het Lied

Winterreise Christoph Prégardien 10/2/2013 Amsterdam

Interview Christoph Prégardien

Onderkoelde dramatiek en 'heiteres Behagen' bij Persson

Vuurwerk bij Nieuwjaarsconcert IVC

 

Finleys onterechte angst voor Die schöne Müllerin

kirchschlager
foto:  Nikolaus Karlinsky

Interview Kirchschlager Duits/Deutsch

Interview Kirchschlager wörtlich Duits/Deutsch

Nederlands & English volgt/follows

Kirchschlagers 'bess'res ich'(recensie)

 

mojca erdmann

Mojca Erdmann:
Meine Ruh' ist hin
(recensie)



Robert Holl & Rudolph Janssen:
Im Lied das tiefe Leid
(recensie)

Mattijs van de Woerd

foto:  Marco Borgreve

Aan het einde van de dromen (recensie)

Binnenkort:

Interview Angelika Kirchschlager Nederlands / Interview Peter Schreier / Wolfgang Holzmaier over Fritz Wunderlich

De kwellingen van Bostridge (recensie)

Verslag masterclasses Meinard Kraak en Peter Schreier en recital Miricioiu/Leiferkus

Verslag masterclass Nelly Miricioiu

Wunderlich's fair Maids / De drie schöne Müllerinnen van Wunderlich (Engels)

Ade, ich geh nach Haus
(acht tenoren sturen de schöne Müllerin naar huis)
Over het Duitse van de Romantiek

Over romantiek en ironie

Pictures IVC 2012: 1, 2, 3, 4, 5

Links:

http://www.schubert.nl/
www.vvhl.nl
http://www.hampsong.org/
http://www.internationalvocalcompetition.com/nl

Over Du holde Kunst:

Du holde Kunst is een nieuwe site over de liedkunst, vocalisten en aanverwante zaken. Hij is voortgekomen uit een concertaankondiging van dezelfde naam. De inhoud varieert van verklarende teksten tot recensies en aankondiging van concerten. Op dit moment is het nog een privé-initiatief van Dré de Man, maar er zijn besprekingen met andere medewerkers en organisaties gaande. Copyright alle teksten en foto's, tenzij anders vermeld: Dré de Man. Aankondigingen en dergelijke graag naar dre@duholdekunst.com

 

 


 

Concertrecensies - CD-recensies - Masterclassbesprekingen - Interviews - Concertagenda - Masterclassagenda - Audio, HiFi en gadgets - Componisten - Werken - Links - Over de liedkunst - Over het Duitse van de romantiek - Over romantiek en ironie - Over deze site - Reizen en cursussen - Zangers - Pianisten - Zangdocenten
(Dit menu wordt in de loop van de komende weken geheel functioneel, ook de rechterkolom wordt aangepast)

 

Du holde Kunst is een nieuwe site over de liedkunst, vocalisten en aanverwante zaken. Op dit moment is het nog een privé-initiatief van Dré de Man maar besprekingen met partners zijn in een vergevorderd stadium. Concertaankondigingen, medelingen en advertentieverzoeken en dergelijke graag naar dre@duholdekunst.com